Beta
versie -
Delen:

Zet innovatiepartnerschap in voor verwerking bioafval

Juridische houdbaarheid
Gemiddeld
Invloed
Hoog
Overheidslaag
Gemeentelijk - Provinciaal - Nationaal  
R-ladder
R1 - 
R2 - 
R3 - 
R4 - 
R5 - 
R6  

Bij een aanbesteding op basis van een innovatiepartnerschap stimuleer je de markt om nieuwe innovaties en technieken te ontwikkelen. Zo kunnen innovaties rond het inzamelen en verwerken van GFE/T van huishoudens worden verkend en ontwikkeld.

Hoe pas je een innovatiepartnerschap toe?

Een overheid kan bij een aanbesteding een innovatiepartnerschap met marktpartijen aangaan om binnen de kaders van een opdracht tot nieuwe circulaire oplossingen te komen.

Het vroegtijdig betrekken van marktpartijen en innovators stelt de overheid in staat om te profiteren van externe kennis en expertise.

Ook kun je op deze manier de markt stimuleren om creatieve oplossingen te bedenken om meer en beter gescheiden in te zamelen en een hoogwaardige verwerking van Groente-, Fruit-, Etensresten en/of Tuinafval (GFE/T) te bereiken. Zo kan GFE/T verwerkt worden tot een bodemverbeteraar (bijvoorbeeld compost) van goede kwaliteit.

Hoe pas je een innovatiepartnerschap rond GFE/T toe?

Een innovatiepartnerschap kan uitkomst bieden voor drie uitdagingen rond het inzamelen en verwerken van GFE/T tot hoogwaardige bodemverbeteraar (bijv. compost).

  1. Apart inzamelen van GFE/T

Het apart inzamelen van GFE/T van huishoudens is een uitdaging omdat niet alle gemeenten een aparte infrastructuur voor het nascheiden van GFE/T hebben.

Dit ontbreekt vaak in (delen van) gemeenten met een hoge dichtheid en/of veel hoogbouw. GFE/T komt dan in het restafval terecht en kan dan niet meer worden verwerkt tot bodemverbeteraar.

Ook in gemeenten waar wel infrastructuur is voor het apart inzamelen van GFE/T gaat het scheiden nog niet altijd goed door onzorgvuldig scheidingsgedrag van burgers. 

Er belandt gemiddeld nog veel bioafval in het restafval. Met het innovatiepartnerschap worden marktpartijen uitgedaagd om hier in samenwerking met de gemeente een oplossing voor te verzinnen.

  1. Vervuiling in GFE/T (en dus lage kwaliteit bodemverbeteraar)
    De gemiddelde kwaliteit van het GFE/T is op dit moment laag door vervuiling van met name stukken glas, plastic en stenen. Deze vervuiling komt ook terecht in de bodemverbeteraar (bijvoorbeeld compost) en maakt deze onaantrekkelijk of zelfs ongeschikt voor akkerbouwers om te gebruiken. Deze vervuiling komt door onzorgvuldige, slechte scheiding van GFE/T bij huishoudens.

    Daarom is het van belang dat gemeenten, inzamelaars, verwerkers en andere marktpartijen samenwerken om de kwaliteit van het ingezamelde GFE/T te verbeteren. Bijvoorbeeld door middel van innovaties op het gebied van inzameling en nascheiding van GFE/T om plastic, glas en stenen eruit te filteren.
  2. Dure verwerkingsmachines ( zeker met ontwikkeling van nascheidingslijn)
    Er is kostbare apparatuur nodig om GFE/T-afval hoogwaardig te kunnen verwerken tot compost. Om de kwaliteit van het eindproduct te vergroten zou een nascheidingslijn kunnen worden ontwikkeld die vervuiling (glas, plastic) uit het GFE/T filtert zodat dit niet in de compost terechtkomt.

    Het ontwikkelen van een dergelijke installatie kost veel geld en tijd. Op dit moment is er niet genoeg zekerheid voor composteerbedrijven dat zij een dergelijke investering kunnen terugverdienen. Want de vraag is of gemeenten en/of akkerbouwers bereid zijn om meer te betalen voor een hoogwaardiger eindproduct.

    Met een innovatiepartnerschap kunnen de gemeente en marktpartijen dus gezamenlijk optrekken in het innovatietraject om oplossingen te vinden voor deze uitdagingen. Dit kan leiden tot meer en betere inzameling en een hoogwaardige verwerking van GFE/T. De investering in de innovatie kan terug worden terugverdiend door middel van:
  • een huurkoopconstructie, op voorwaarde dat het gaat om een mobiele of demontabele afvalverwerkingsinstallatie,
  • een langdurige concessie tussen de gemeente en de marktpartij(en).

Uit de praktijk

De gemeenten Utrecht, Amsterdam en Rotterdam hebben in 2021 een innovatiepartnerschap op het gebied van de inzameling van GFE aan de markt uitgevraagd. Deze gemeenten hebben door de hoge dichtheid en vele hoogbouw weinig ruimte, waardoor de infrastructuur om gescheiden GFE/T in te zamelen ontbreekt of zeer beperkt is. Dit is de eerste - en tot nu toe enige - innovatiepartnerschap op het gebied van GFE/T.

Met deze aanbesteding willen de gemeenten het volgende doel bereiken: 'komen tot een totale inzameloplossing waarbij GFE/T met een zo hoog mogelijk serviceniveau gescheiden kan worden ingezameld, vanaf de keuken tot het moment dat het bij een verwerker wordt aangeleverd.' Een oplossing bestaat momenteel nog niet voor dit doel en daarom zijn de gemeenten een innovatiepartnerschap gestart.

Deze aanbesteding is helaas vroegtijdig beëindigd door onvoldoende respons vanuit de markt. Waarschijnlijk omdat er nog weinig zekerheid was over de hoeveelheid GFE/T die gescheiden zou kunnen worden ingezameld, en over de kwaliteit ervan. Daarnaast is het voor marktpartijen minder interessant om enkel de inzameling van huishoudelijk afval te regelen. Een combinatie van GFE/T inzameling en verwerking is het meest rendabel, omdat de verwerker het meest verdient met de grondstoffen.

Er is op dit moment nog geen ander voorbeeld bekend van een innovatiepartnerschap rond het inzamelen of verwerken van GFE/T.

Voorwaarden

Een Europese aanbesteding mag alleen volgens het innovatiepartnerschap plaatsvinden als aan een van de volgende criteria is voldaan:

  1. De oplossing is nieuw en dus nog niet beschikbaar op de markt;
  2. De oplossing is een aanmerkelijke verbetering (die zonder aanvullend onderzoek/ontwikkeling nog niet haalbaar is).

Een aanbestedingsprocedure moet altijd in verhouding staan tot de opdracht. Deze procedure vergt in vergelijking met de openbare of niet-openbare procedure meer inspanning van zowel de aanbestedende dienst als de marktpartijen. De doorlooptijd van de procedure is langer, er moet meer overleg plaatsvinden en er moet uitgebreid en gedegen verslag worden gedaan.

De hogere transactiekosten die hieruit voortvloeien kunnen disproportioneel zijn (Gids Proportionaliteit 2022, p. 33). Raadpleeg een gespecialiseerde inkoopspecialist om zeker te weten of deze procedure voor jou een mogelijkheid is. Inkoopspecialisten kunnen inschatten wat er beschikbaar is op de markt en of de procedure proportioneel is.

Let op: met nationale aanbestedingen is het mogelijk om deze procedure als een ‘light-versie’ in te richten, waardoor deze aanbestedingsprocedure laagdrempelig en eenvoudiger wordt en minder tijd en inspanning vraagt. Daarnaast gelden de voorwaarden dat een innovatie nieuw moet zijn of een aanmerkelijke verbetering niet bij nationale aanbestedingen. Het instrument is dus makkelijker in te zetten.

Nationale aanbestedingen zijn aanbestedingen waarvan de geraamde waarde onder de zogenaamde Europese drempelbedragen ligt. Kenniscentrum Europa Decentraal publiceert deze drempelbedragen. Dan hoeft de overheid zich alleen aan de nationale procedure uit hoofdstuk 1 van de Aanbestedingswet te houden en is de toepassing van de (strengere) Europese aanbestedingsregels niet verplicht.


Juridische toelichting

De mogelijkheid om een innovatiepartnerschap toe te passen in een aanbesteding is wettelijk vastgelegd in artikel 2.31a Aanbestedingswet. In artikel 2.31b Aanbestedingswet is opgenomen welke stappen de aanbestedende dienst moet doorlopen om hiervan gebruik te kunnen maken. Deze procedure van het innovatiepartnerschap is opgenomen in de wettelijke regeling voor Europese aanbestedingen (met een waarde gelijk aan of hoger dan het drempelbedrag). Deze procedure mag ook vrijwillig worden gebruikt bij nationale aanbestedingen in een meer vrije, informele vorm.

RechtsgebiedPrivaatrecht > Aanbesteding
CiteertitelAanbestedingswet
Artikelnvt
Geldig vanafTBD